De voortplanting is een belangrijk onderdeel van de natuur. Voor mensen die graag met hun cavalier willen fokken kan dit een fijne aangelegenheid zijn. Bedenk wel dat men bij het fokken zowel met voor- als tegenspoed te maken kan krijgen.
Fokken is geen simpele optelsom van 1 + 1 = 2
Laat vooraleer je wilt fokken met een teefje, haar controleren op eventuele erfelijke afwijkingen (zoals hartkwalen die veel voor komen bij Cavaliertjes). Laat een teefje nooit dekken dat niet voor 100% gezond is. Je doet immers aan rasverbetering. Wil je de nodige richtlijnen niet in acht nemen FOK DAN NIET!!!!!!!!
Daar het belangrijk is om te weten welk soort pups je wilt, dien je vooraleerst na te gaan of je hond homozygoot of heterozygoot is, en de gekozen reu ook homozygoot of heterozygoot is. Zo kan je al voor een groot stuk bepalen welke kleuren de pups percentsgewijs hebben.
Je cavaliertje is homozygoot als
- De ouders van bijvoorbeeld je blenheim teefje alle twee blenheim zijn.
- Je cavaliertje is heterozygoot als de ouders, van bijvoorbeeld je blenheim teefje, blenheim en tricolour zijn.
Kies je voor een kruising tussen een homozygoot blenheim teefje en een homozygoot blenheim reutje dan krijg je voor 100 % homozygote blenheim pups.
Kies je voor een kruising van een homozygoot blenheim teefje en een heterozygoot tricolour reutje dan zal je percentsgewijs 50% kans hebben op blenheim pups en 50% kans op tricolour pups.
Teefjes worden voor de eerste keer geslachtsrijp als ze tussen de zeven en negen maanden oud zijn. Soms is dit iets vroeger, soms ook later.
Deze loopsheid duurt ongeveer drie weken. In deze periode verliest de teef druppeltjes bloed en wordt ze ook vruchtbaar. Het tijdstip van de vruchtbaarheid ligt meestal tussen de negende en de dertiende dag van het loops zijn. Je kunt dit exact laten bepalen door bloedafname bij de dierenarts.
Als je het teefje wil laten dekken, dien je zeker de eerste en liefst ook de tweede loopse periode voorbij te laten gaan zonder dekking. De derde loopse periode is het meest geschikt om tot een eerste dekking over te gaan. Het hondje is dan zowel lichamelijk als geestelijk volgroeid.
Je kan ook kiezen voor kunstmatige inseminatie. Dit wordt soms gedaan bij de eerste dekking van de teef, omdat de eerste dekking toch wel erg indrukwekkend kan zijn voor haar.
Een teef is meestal twee maal per jaar loops, toch twee dekkingen direct na elkaar is niet gunstig voor uw hond. Ze dient ook de tijd te krijgen om zelf te herstellen. Een hond is geen kweekmachine!!!! Laat tussen elke dekking minstens één loopse periode. Hierdoor kan ze lichamelijk eerst goed herstellen. Als men een teefje te vaak laat dekken, kan het last krijgen van urineverlies. De meeste goede kwekers verkiezen ervoor om een teefje maximaal drie maal in haar leven te laten dekken. Vaak wordt er gekozen voor een reu die al iets ouder is, omdat dan ook geweten is of hij gunstige overerfbare eigenschappen heeft. Vraag ook bewijzen van gezondheid van de dekreu. Goed om weten is dat je, als ras kweker met een stamboom, maar 2 nestjes mag hebben per jaar.
Tijdens de paring blijven reu en teef aan elkaar gekoppeld zitten. Dit hangen kan tien tot dertig of veertig minuten duren. Het is zeker nodig om de beide honden tijdens deze hangperiode zo rustig mogelijk te houden. Soms kan er ook een bevruchting tot stand komen zonder dat er een koppeling is geweest.
Een teefje is gemiddeld 63 dagen drachtig en dit kost veel energie. De eerste vier weken van de zwangerschap is er nog niet zoveel aan de teef te zien. Doch een eigenaar zal al vlug merken aan zijn hondje dat ze zich anders gaat gedragen dan normaal en hieruit afleiden dat ze drachtig is. De hond haar tepels zullen verkleuren en zwellen op tijdens de laatste periode van de dracht.
In het begin kan de teef haar normale voeding nog krijgen. De voedselbehoefte neemt toe in de tweede helft van de dracht. Geef haar vanaf de vijfde week stilaan meer voeding. Ze heeft dan behoefte aan extra energie en eiwitten. Tijdens de laatste weken kan u haar geconcentreerde energierijke voeding geven (bijvoorbeeld puppybrokjes). Het is goed om de voeding te verdelen over meerdere kleine maaltijden per dag. Op het einde van de dracht kan haar energiebehoefte wel anderhalve keer zo groot zijn dan normaal. Een beetje yoghurt mag ook al eens gegeven worden.
Je kan om eventuele worminfecties tegen te gaan elke dag wat korreltjes met knoflook geven (deze zijn zo in doosjes voor honden in de handel te verkrijgen).
Zie toe dat ze toch nog beweging in de buitenlucht krijgt, zonder dat ze zich te fel moet inspannen.
Het is zeker nodig om bij de bevalling aanwezig te zijn. Er kunnen immers complicaties optreden, zoals te weinig weeën, zodat de pup in het geboortekanaal blijft steken. Er kan vocht zijn in de longen, een stuitligging, een dode pup die er niet uit wil enz.. Meestal zit er in dergelijke gevallen meer dan twee uren tussen het werpen van de vorige en de volgende pup. Raadzaam is om in geval van complicaties de dierenarts erbij te halen.
Het gemiddelde aantal jongen van een cavaliertje is meestal drie tot vier pups. Ik heb ook wel eens gehoord van een cavaliertje met 8 pups maar dat is eerder uitzondering dan regel.
Laat je teefje een week of twee voor de bevalling kennis maken met de werpkist en de plaats waar deze staat. Een rustige warme plaats en een geschikte werpkist zijn nodig. Let bij een werpkist erop dat er een 'anti-doodligrand' aanwezig is. Dit is een rand die ongeveer tien centimeter vanaf de bodem gemeten geplaatst is, en ook vanaf de zijkant tien centimeter breed is. Deze rand zorgt ervoor dat de kleine pups die eventueel achter de moeder komen te liggen een uitwijkplaats hebben. Op die manier kan de moeder haar jongen niet dood drukken tegen de kant.
Plaats boven de kist een lamp met armatuur, zodat deze op de juiste hoogte kan gehangen worden en het in de kist zowel overdag als ’s nacht 25°C is. Zorg dat de kist tocht en kouvrij staat.
Je kunt ook de broek van de teef om hygiënische redenen voor de bevalling wat wegknippen.
Zie dat er een gesteriliseerd schaartje in de buurt is, een kruik, dettol, een thermometer en stevige katoenen draad. Een zuigrietje kan je gebruiken om er de neusgaten van de pups eventueel zachtjes mee uit te zuigen om zo het slijm eruit te verwijderen.
Een weegschaal, pen en papier heb je nodig om de tijdstippen van de bevalling, het gewicht en de sekse van de pup op te schrijven.
Nagellak om bvb. twee gelijkkleurige pups te merken. Eentje met 1 stipje op de poep of twee enz.
Handdoeken om de pups droog te wrijven. Keukenrol om vuil op te vegen.
Nog een aantal nuttige tips of praktische zaken
Wordt er een pupje dood geboren bewaar het dan om later aan de dierenarts te laten kijken.
Wanneer je gedurende de laatste drie of vier dagen haar temperatuur meet dan zie je dat als haar temperatuur ongeveer met een graad daalt, dus van bijvoorbeeld 38 naar 37 graden, ze binnen de 24 h. bevalt.
Blijf tijdens de bevalling bij je teefje en hou het rustig in huis. Praat tegen haar, wrijf of masseer wat over haar rugje en stel haar gerust.
Als er een pup geboren wordt, zie je het kopje verschijnen in een dik vlies. Wacht rustig af . Blijft de pup halverwege steken, help haar dan door je handen om de pup te leggen en zachtjes tussen de twee poten richting buik te trekken.
Sommige teefjes reageren tijdens de bevalling agressief. Leg indien nodig een snuitbandje aan.
Is er een stuitligging dan is het soms nodig om de pup er zo snel mogelijk uit te halen. Soms is het vlies al gebroken of is er geen vlies meer, dan kan de pup stikken als men niet snel genoeg is om hem eruit te halen omdat ze al ademen wil. Blijf vooral rustig!!
Is de pup eruit, neem dan het vlies en maak dit zo snel mogelijk stuk. Neem de navelstreng tussen duim en wijsvinger en melk deze naar de buik toe uit. Knijp hem flink dicht op ongeveer een centimeter afstand van het buikje. Knip dan met de schaar die eerst ontsmet is in een beetje water met dettol. Zorg dat de navelstreng niet meer bloed. Anders knijp je hem weer toe en hou je hem wat langer vast. Doe dit alles snel en begin met het opwrijven van de pup. Heeft de pup het benauwd, probeer dan eventueel te schudden met een zwaai van boven je hoofd uit naar beneden. Ondersteun het hoofdje echter goed zodat het pupje zijn nek niet breekt. Zuig met een rietje eventueel zachtjes zijn neusje leeg. Soms kan het wel even duren eer de pup echt ademt dus geef het niet te vlug op. Piept de pup dan weet je dat het in orde is.
Geef de pup dan aan het moedertje zodat deze haar kan likken. Let wel op dat ze niet aan de navelstreng zit te trekken. Leg de pup aan want dit stimuleert de melkproductie van de moeder. Bovendien heeft dit een gunstige invloed op de vorming van nieuwe weeën die nodig zijn voor de geboorte van de volgende pup.
Is de teef te wild om de pup bij te laten. Leg de pup dan tegen een warm waterkruik van max. 39° C (namelijk de temperatuur van de moederhond)
Heb je problemen en zie je dat na 2 uren niks meer komt, waarschuw dan de dierenarts. Die weet dan wel welke producten hij dient te geven om de weeën op te wekken.
Laat het teefje wat op adem komen, maak dan de bevallingskist schoon en spoel de teef vanachter met lauw water af. Laat haar nu nadat je ze hebt laten eten en drinken lekker uitrusten.
Aantekeningen
Hou het lijstje met aantekeningen bij tijdens de bevalling of geef deze opdracht aan een huisgenoot zodat je enkel maar hoeft te dicteren wat er genoteerd moet worden.
Schrijf op bvb. pup 1 is geboren om….. h. Het is een teef…. Ze weegt …. grammen. Ze heeft een nagellak stip op bvb. poep of rechterschouder. Dan doe je hetzelfde voor pup 2 en elke volgende pup die er geboren wordt.
Vul je aantekeningen de rest van de weken aan. Zo kan je dan nagaan of elke pup voldoende groeit.
De eerste ontlasting van een pup is meestal wat stijver en zwart van kleur. De teef zal over de pups hun buikje likken om de darmpjes te stimuleren en zo de ontlasting te bevorderen. Doet ze dit niet dan kan je zelf een beetje helpen door over het buikje van de pup te masseren met een beetje watten gedrenkt in warm water.
Net zoals bij kinderen die geboren worden zijn er veel hondjes die de eerste dag niet aankomen in gewicht en zelfs afvallen.
Hou het moederhondje ook goed in het oog en neem haar temperatuur regelmatig op. Indien deze hoger wordt dan 39° C, raadpleeg dan de dierenarts. Dit is koorts!!
Zorg dat de pups de eerste drie weken goed warm hebben namelijk 25° C. Laat daarna de temperatuur geleidelijk zakken door de lamp die boven de werpkist hangt steeds hoger te hangen.
Zijn de pups zes weken oud, dan kan de lamp overdag uit. Bij zeven weken mag de lamp verwijderd worden.
Hou de temperatuur in de kamer dag en nacht gelijk. Ongeveer 19 tot 20° C.
De pups zullen rond de twaalfde dag de oogjes openen en dan worden ze echte hondjes.
Zorg er ook voor dat de nageltjes van de pups ingekort worden. Te lange nagels veroorzaken irritatie aan de tepelbasis van de moederhond door het melktrappelen. Hierdoor kan de moederhond onrustig worden bij het drinken van de pups.
De pups mogen als ze vier of vijf weken zijn voor de eerste keer ontwormd worden.
Zorg dat de teef ’s nachts bij de pups ligt en ze er niet bij wegkan. Voorkom ook dat pups uit de werpbak kunnen klauteren en zo onderkoeld raken. Zie erop toe dat het moederhondje steeds vers water kan drinken. Zie dat de pups er niet bij kunnen, het is al vaker gebeurd dat een ondernemende pup verdrinkt in het drinkbakje van zijn moeder.
Tijdens de zoogperiode heeft de teef ook behoefte aan extra voeding en vocht. Dit kan tot drie of vier keer zoveel zijn als normaal. Kies opnieuw voor een energierijke geconcentreerde voeding.
Vanaf de derde of vierde week kunnen de pups bijgevoerd worden met puppyvoeding die in de handel te verkrijgen is. Deze voeding sluit uitstekend aan op moedermelk en is gemakkelijk te eten met hun melkgebitje. Normaal gezien worden de pups op een leeftijd van zes tot zeven weken gespeend. Dit wil zeggen dat ze niet meer bij de moeder drinken en de productie van de moedermelk geleidelijk stopt. Ook de voedingsbehoefte van de teef zal dan geleidelijk afnemen. Binnen een paar weken na het spenen moet de moederhond weer dezelfde hoeveelheid voedsel krijgen als voor ze drachtig was.
De pup mag naar de nieuwe eigenaar vertrekken vanaf de leeftijd van acht weken.